Knolselderij (Apium graveolens var.rapaceum) is de verdikte wortel van de selderplant. De knol heeft een lichtpaarse tot witte of gele kleur. Van binnen is de knolselderij romig wit. De knollen voor industriƫle verwerking moeten groter zijn dan die voor verse consumptie. Hoewel knolselderij voor de knol geteeld wordt, kunnen de bladeren ook gegeten worden. Vaak wordt in het vroege voorjaar knolselderij met een toefje loof in de handel gebracht.
De langloofrassen worden op zaaibed eind februari tot half maart gezaaid en half mei tot begin juni uitgeplant. Het zaad moet zeer oppervlakkig gezaaid worden omdat knolselderijzaad alleen kiemt onder invloed van licht; het is een zogenaamde lichtkiemer. Voor de kortloofrassen is dit half maart tot begin april, respectievelijk eind mei tot half juni. De oogst vindt plaats van eind oktober tot half november.
In stukken gesneden is knolselderij heel lekker met name in de erwtensoep. Ook voor het trekken van bouillon is hij heel geschikt. De smaak van de knol is milder dan die van de bladeren van de snijselderij. Uiteraard kun je de jonge bladeren van de knol-variant ook best net als die van de andere variant in de soep gebruiken. Sowieso zijn de jonge bladeren altijd veel zachter en veel eetbaarder. Knol- en snijselderij overleven milde winters, maar vormen in het tweede jaar een bloemstengel en sterven daarna af. Er moet dus ieder jaar opnieuw gezaaid worden.
In de winter is er volop knolselderij. Alhoewel ik er als kind niet dol op was, verlang ik nu naar de winter en zijn knolselderij. Als kind zat deze knol voornamelijk in de erwtensoep, maar nu maak ik er de soep van en lekkere puree. Knolselderij is rijk aan magnesium.
Ingrediƫnten
1 grote ui
4 teentjes knoflook
4 el olijfolie
1 grote knolselderij
2 blaadjes verse laurier
1 l krachtige kippenbouillon / bouillonblokjes zonder gist
150 ml biologische soja room
100 g zuurkool
Bereiding
Pel en snijd de ui in halve ringen. Pel en hak de knoflook fijn. Verwarm de olijfolie in een soeppan en fruit de ui en knoflook glazig en zacht. Snijd met een kartelmes de schil van de knolselderij. Snijd de knolselderij in stukken van 1 centimeter en voeg toe aan de ui. Scheur de laurier in. Voeg bouillon, de helft van de zuurkool en laurier toe. Breng alles aan de kook en laat 12-15 minuten zachtjes koken tot de knolselderij gaar is. Verwijder de laurierblaadjes. Voeg de soja room toe. Nog even licht opwarmen. Pureer de soep met de staafmixer, schenk door een fijne zeef in een schone pan en breng op smaak met een beetje zeezout.
Schep de soep in een bord en garneer de soep met wat zuurkool en Hollandse garnalen.
Smakelijk eten!